Coronaire hartziekte (CAD), de meest voorkomende vorm van hartziekte en een van de belangrijkste doodsoorzaken wereldwijd, vormt plaque in de wanden van de slagaders die het hart van bloed voorzien. Een volledige blokkering van deze slagaders kan leiden tot een hartaanval of beroerte.
Voorafgaand aan deze studie, meer dan een decennium van genoombrede associatiestudies (GWAS) - de analyse van genetische risicocodes die vaker worden gevonden bij mensen met een bepaalde eigenschap, zoals hartaandoeningen - had aangegeven dat minder dan een kwart van CAD als erfelijk werd beschouwd. In de tussentijd, de erfelijkheidsbijdrage (indien aanwezig) van genetische varianten in genregulerende netwerken (GRN's) - een reeks genen die met elkaar interageren om een bepaalde celfunctie te regelen - was onbekend. In het licht hiervan, onderzoekers gebruikten weefselgegevens van twee afzonderlijke onderzoeken van personen met CAD om te bepalen of genetische varianten die RGN's reguleren, onafhankelijke bijdragen aan het risico op hartaandoeningen.
Over vasculaire en metabole weefselgegevens, onderzoekers identificeerden en repliceerden 28 onafhankelijke RGN's die actief zijn in CAD en stelden vast dat de genetische variatie in deze netwerken met nog eens 11 procent bijdroeg aan het erfelijke risico op de hartziekte - wat bijdroeg aan het 22 procent toerekenbare risico dat eerder door GWAS was vastgesteld. Deze nieuwe bijdrage verhoogt de erfelijkheid van CAD tot ongeveer 32 procent, aandacht voor de belangrijke rol die wordt gespeeld door interacties tussen interne omgevingen en genetische varianten - gemedieerd door regulerende netwerken - bij de ontwikkeling van hartaandoeningen.
De resultaten van deze studie tonen aan dat het risico op hartaandoeningen een gezamenlijk resultaat is van interacties tussen genetische varianten en biologische omgevingen. Door de complexe relatie tussen de twee te begrijpen, we hebben een raamwerk gecreëerd voor het identificeren van nieuwe risicogenen in ziekterelevante weefsels die leiden tot hartaandoeningen, wat op zijn beurt een effectievere risicovoorspelling mogelijk maakt, klinische interventie, en eventueel, kansen voor nieuwe en effectievere therapieën."
Johan LM Björkegren, Hoogleraar Geneeskunde (Cardiologie), en genetica, aan de Icahn School of Medicine op de berg Sinaï
Een andere onderzoeker die bij het onderzoek betrokken was, Heribert Schunkert, MD, Hoogleraar Cardiologie aan het Duitse Hartcentrum in München, toegevoegd, "Een mysterie van recent onderzoek was het feit dat veel genen die bijdragen aan de genetica van coronaire hartziekte mechanismen beïnvloeden die in deze context niet werden verwacht. De huidige studie leidt tot een veel beter begrip van hoe deze genen samenwerken bij het precipiteren of voorkomen van de ziekte."
Li-Ming Gan, Vice-president Vroege Klinische Ontwikkeling, Cardiovasculair, Nier en metabolisme, R&D BioFarmaceutica, AstraZeneca, commentaar:
Deze studie geeft nieuw inzicht in de erfelijkheid van coronaire hartziekte, het toevoegen van een aanzienlijk aantal genetische varianten die bijdragen aan de erfelijkheid ervan. Verdere analyse kan de etiologie van de ziekte helpen verklaren en nieuwe inzichten geven over hoe de ontwikkeling ervan kan worden voorkomen."